Tijdelijke verschillen in rechtspositie politieambtenaren gerechtvaardigd
Tijdelijke verschillen in rechtspositie tussen politieambtenaren van verschillende voormalige korpsen na de vorming van de Nationale Politie per 1 januari 2013 zijn gerechtvaardigd. Dit is het oordeel van de Centrale Raad van Beroep in een zaak waarin binnen een regionale eenheid verschillen bestaan in rechtspositie.
Vergoeding
De uitspraak is gedaan in een zaak die gaat over een regionale eenheid die is ontstaan uit twee voormalige politieregio’s. Politieambtenaren van het ene voormalige korps ontvangen een bepaalde vergoeding, terwijl daar geen aanspraak op bestaat. Een aantal politieambtenaren van het andere korps heeft verzocht die vergoeding ook aan hen toe te kennen. Daarbij hebben zij zich beroepen op het gelijkheidsbeginsel. Dat verzoek heeft de korpschef afgewezen, omdat dit tijdelijke verschil volgt uit het ‘Overgangsprotocol Nationalisering Politie in Nederland’, dat is vastgesteld om de arbeidvoorwaarden van voormalige korpsen te uniformeren. Ook moet volgens de korpschef een saldobenadering worden gekozen, waarbij niet ieder afzonderlijk verschil in arbeidsvoorwaarde wordt beoordeeld maar waarbij naar het totaal aan arbeidsvoorwaarden wordt gekeken.
Omvangrijke operatie
De Centrale Raad van Beroep is met de korpschef van oordeel dat het beroep op het gelijkheidsbeginsel niet slaagt. De tijdelijke verschillen in rechtspositie moeten worden gezien in het bredere kader van de talrijke verschillen tussen korpsregelingen van de voormalige politieregio’s, die moesten worden geharmoniseerd. Dit is een omvangrijke operatie, die veel tijd vergt. Dit, samen met de gekozen saldobenadering, geeft voldoende rechtvaardiging om tijdelijk verschillen in rechtspositie te laten bestaan totdat er een landelijke regeling tot stand is gekomen.
(bron: rechtspraak)